Vanaf aankomende week begint de Belastingdienst met het versturen van attentiebrieven omtrent de tegenbewijsregeling box 3. De brieven worden in meerdere fases verzonden. De Belastingdienst zal beginnen met de jaren 2021 en 2022. De verwachting is dat 2023 en 2024 volgen medio oktober 2025. De brieven gaan rechtstreeks naar de belastingplichtige. Wanneer je de aangifte zelf hebt ingediend (zonder intermediair met een beconnummer) heb je 12 weken de tijd om tegenbewijs aan te leveren. Wanneer de aangifte is verzonden door ons of een andere intermediair met een beconnummer is de termijn 26 weken. Wanneer binnen deze termijn niet wordt gereageerd volgt de Belastingdienst in beginsel het forfaitaire stelsel. Let op, je mag ook zonder attentiebrief al gebruik maken van het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’
Moet ik wat doen?
Vanaf volgende week heb je als belastingplichtige de mogelijkheid het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ in te vullen. Wanneer jouw werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement zal de Belastingdienst het werkelijke rendement volgen. Het is dus van belang om een inschatting te maken van het werkelijke rendement conform de regels van de tegenbewijsregeling. Heb je hulp nodig bij het invullen van het formulier, neem gerust contact met ons op. Om het werkelijke rendement te bepalen is het wijsheid om alvast onderstaande gegevens te verzamelen:
- Jaaroverzichten van spaar- en beleggingsrekeningen
- Informatie over ontvangen rente, dividend, huurinkomsten en betaalde rente
- Waardeveranderingen van bezittingen (zoals vastgoed of aandelen)
- Bedrag van de stortingen: eventueel gebruik van banktegoeden voor nieuwe beleggingen in aandelen, vastgoed, crypto of ander vermogen (dit kan bijvoorbeeld met bankafschriften);
- Bedrag van onttrekkingen: eventueel opbrengst van beleggingen die is gestort op uw bankrekening of die u heeft besteed aan andere doelen dan box 3 vermogen (zoals de aflossing van uw hypotheek of consumptie) (bedrag van de onttrekkingen) (dit kan bijvoorbeeld door bankafschriften)
Voorbeelden
De Belastingdienst heeft een simulatieomgeving gemaakt zodat Belastingplichtigen kunnen oefenen met het formulier. Via de knop onderaan dit bericht kom je in deze simulatieomgeving.
Niet altijd gunstig
In bepaalde situaties kan het voordelig zijn om belastingheffing in box 3 te laten baseren op het werkelijke rendement in plaats van het forfaitaire rendement. Of dat in uw geval zo is, hangt sterk af van de samenstelling van het vermogen en de jaren waarop het betrekking heeft.
Bij vermogenscategorieën zoals aandelen, vastgoed en vorderingen of schulden met een vaste rente, is de kans aanwezig dat het werkelijke rendement in specifieke jaren (zoals 2021, 2023 en 2024) hoger uitvalt dan het forfaitaire rendement. Dit komt onder andere doordat ook ongerealiseerde waardestijgingen meetellen voor het werkelijke rendement, terwijl kosten niet aftrekbaar zijn. In dergelijke gevallen levert het leveren van tegenbewijs doorgaans geen belastingvoordeel op. Heb je daarentegen (vrijwel uitsluitend) banktegoeden, dan kan het voor het jaar 2023 wél interessant zijn om bezwaar te overwegen. Het forfaitaire rendement voor banktegoeden in dat jaar bedraagt 0,92%, terwijl het werkelijke rendement mogelijk lager ligt. Voor eerdere jaren, zoals 2021 en 2022, is het forfaitaire rendement zó laag dat een beroep op het werkelijk genoten rendement geen fiscaal voordeel oplevert.
Of het in jouw situatie zinvol is om tegenbewijs te leveren, is dus maatwerk. Wil je dat wij dit gaan onderzoeken? Dan gaan wij hierbij helpen. Wij maken dan een afweging op basis van jouw vermogenssamenstelling en de relevante jaren.